In een wereld waarin technologie steeds bepalender wordt, is het belangrijk dat kinderen al vroeg kennismaken met techniek. Scholen spelen hierin een sleutelrol. Toch is het techniekonderwijs vaak nog traditioneel en vooral gericht op jongens. Gelukkig brengen tech- en maaklabs daar verandering in. In samenwerking met bedrijven en onderwijsinstellingen maken zij techniek toegankelijk én aantrekkelijk voor leerlingen uit het basisonderwijs en de onderbouw van het vmbo.
Leren door te doen
Arash, docent in het Experiencelab van Piter Jelles YnSicht in Leeuwarden, ontvangt leerlingen uit groep 5 tot en met 8 en brugklassers. In het keuzevak robotica ontdekken zij hoe technologie werkt en leren ze zelf ontwerpen en programmeren. “We bieden opdrachten aan die aansluiten bij hun leefwereld,” vertelt Arash. “Zo maken ze spelenderwijs kennis met 3D-ontwerpen, printen, lasersnijden en programmeren.” Voor wie sneller door de stof gaat, is er extra verdieping. Zo wordt ieder kind op zijn eigen niveau uitgedaagd.
Ook in het Technolab in Wolvega draait alles om praktijkervaring. Jan Willem begeleidt daar onder andere een Formule 1-workshop. Leerlingen bouwen hun eigen raceautootje, boren gaatjes, lijmen onderdelen en programmeren een microbit om uiteindelijk te racen. “Ze vinden het fantastisch,” zegt hij. “Het is mooi om te zien hoe snel ze leren en hoeveel plezier ze hebben.” Daarnaast is er een praktijk plusklas voor groep 8-leerlingen met een vmbo-advies. Acht weken lang werken zij aan technische opdrachten en ontwikkelen ze vaardigheden die op hun eigen school vaak ontbreken. “Deze kinderen willen daarna niet meer terug,” zegt Jan Willem met een glimlach.
Meer dan techniek alleen
De labs bieden meer dan alleen technische kennis. Leerlingen leren samenwerken, creatief denken en problemen oplossen. Door te werken aan thema’s als duurzaamheid, circulariteit en schoon water, ontstaat een natuurlijke verbinding tussen techniek en maatschappelijke betrokkenheid. Zo groeien leerlingen niet alleen in vaardigheden, maar ook als mens.
Passie als drijvende kracht
Zowel Arash als Jan Willem halen veel voldoening uit hun werk. “Technologie is mijn passie, en dat enthousiasme breng ik over op de leerlingen,” zegt Arash. Jan Willem: “Het is een feest om met deze groepen te werken. Ze zijn nieuwsgierig, leergierig en willen graag met hun handen aan de slag.” De docenten blijven innoveren, met nieuwe workshops en proefjes in samenwerking met scheikundedocenten. In de toekomst hopen ze ook havoleerlingen praktijkgericht onderwijs te kunnen bieden. Zo krijgt een nog bredere groep jongeren de kans om hun talenten te ontdekken in de wereld van techniek.